Misschien denk je dezer dagen: ‘Ja, ik heb nu wel wat meer tijd voor mijn tuin, maar dat is straks weer voorbij.’ Dus je ziet voor je geestesoog je moestuin (met overwoekerde sla en doorgeschoten andijvie) alweer wegkwijnen.
Nee! Dit is een buitenkans om wat ingrepen in je achtertuin te doen zodat hij de komende jaren eetbaar(der) is. Er zijn talloze eetbare planten die een paar jaar meegaan (‘vaste planten’, in tuinjargon). Ze vergen alleen op de kop een beetje tijd, en verder heb je er nauwelijks tot geen omkijken naar. Een perfect project dus om nu (het is lente en je hebt tijd) aan te vatten.
Een paar voorbeelden: rabarber, artisjok, munt, bieslook, verveine, aardbeien, frambozen, bladvenkel, vlier, daslook, Japans zoethoutgras, zeekool, asperges, rozemarijn, appel, rode bessen, zwarte bessen, roomse kervel, zuring, aardpeer, druif, vijg.

Het fijne van al deze vaste planten: je kunt ervan oogsten, plukken en eten als je daar zin in hebt, maar er gaat niets mis als je dat niet doet. Dan eten de vogels of de egels je appels of bessen wel op. Of dan staat je zeekool te bloeien. Dat is prachtig om te zien, en het ruikt ook nog heerlijk.
De kunst is om goed te kiezen: wat vind je lekker? Wat vinden je huisgenoten lekker? En verder moet je goed nadenken over de plek. Het zijn tenslotte vaste planten, dus handig als die meteen goed staan. Hoe langer je eetbare aanwinst in de tuin blijft staan, hoe beter je na moet denken over een goede plek. Je verplaatst een pol bieslook nu eenmaal makkelijker dan een appelboom.

Verder moet er vermoedelijk een (sier)plant voor wijken, dus ook dat kun je leidend maken: aan welke sierplant ben je het minste gehecht? Of misschien staan er toch al een paar nerines te kwakkelen. Dan kun je op zoek gaan naar eetbare opvolgers die goede kansen maken op de vrijgevallen plek.
Ook goed om te weten: veel vaste planten doen het prima in een pot. Dat kan een uitkomst zijn als je nog niet precies weet waar je je vlierstruik wilt gaan planten. Het kan ook een uitkomst zijn als je helemaal geen tuin hebt, maar wel een dakterras of balkon. Ook van appelbomen en bessenstruiken bestaan compact blijvende variëteiten voor in een pot.

[Meer info: de inhoudsopgave van Het Grote Moestuinierboek vind je op p. 6 en 7.]