Het is me al van verschillende kanten gevraagd: of ik weet of Murakami zelf ook schildert. De aanleiding voor de vraag is dat zijn beschrijving van het schilderproces zo overtuigend en accuraat is.
Die vraag nam ik mee toen ik Haruki Murakami bezocht in Tokio.
Nee, hij schildert niet zelf, legde hij uit. Hij heeft wel een ‘handboek schilderen’ geraadpleegd voor technische aspecten. De rest is ontsproten aan zijn voorstellingsvermogen.
Nog geen drie dagen later zat ik op de oude veranda van de steentuin van Ryoanji, een tempelcomplex in Kyoto. Het is de beroemdste steentuin ter wereld. Maar als je je omdraait, staan daar op de schuifdeuren schitterende inkttekeningen van twee draken : een stijgende draak en een dalende draak.
De schilder kan niet hebben geweten hoe een draak eruit zag. Maar alle elementen die refereren aan factoren die wij mensenkinderen kennen, kon hij natuurlijk wel inpassen. En dat heeft hij gedaan. De zwaartekracht, de klauwen, de rook, de lenigheid van de draak: met een fabeldier is in principe alles mogelijk. En toch en toch ontleent de tekening zijn overtuigingskracht aan de ‘realistische’ weergave van een niet bestaand wezen.
Dat deed me natuurlijk denken aan wat Murakami uithaalt in zijn romans. En aan de kracht van     het voorstellingsvermogen.
(Ook fijn: de draak oogt best vriendelijk. Eerder nieuwsgierig dan angstaanjagend. Maar dat zegt misschien weer meer over het wezen van de kunstenaar dan over de draak…)