‘Vertalen heeft mij het inzicht gebracht dat er (bijna) niets is wat een ander mens niet kan begrijpen wat de ene mens met taal uitdrukt.’ Dit antwoordde Haruki Murakami op de vraag of vertalen zijn schrijven heeft beïnvloed, voor het interview in Vol van Boeken dat 100% gewijd is aan Murakami en zijn werk.

Dit antwoord is me uit het hart gegrepen. En eerlijk gezegd moet je natuurlijk niet aan vertalen beginnen als je die mening niet bent toegedaan…

Uiteraard zijn er momenten waarop ik betwijfel of een mens überhaupt iets van een ander kan begrijpen. Zelfs als je dezelfde taal spreekt, zijn de misverstanden niet van de lucht.  Er zijn momenten dat ik het een compleet wonder vind dat er nog zoveel goed gaat, in aanmerking genomen hoe gebrekkig en onhandig we soms/vaak met elkaar communiceren.

Gelukkig helpt het dat er bij vertalen tijd is om na te denken en dat er geen emotionele ruis is, en geen sprake is van oververhitting. Doorgaans heeft de auteur de tijd genomen om iets weloverwogen op te schrijven, en als het goed is neemt de vertaler de tijd om dat weloverwogen over te zetten in een andere taal. Niemand die probeert een ander te overtuigen van eigen gelijk, of niemand die verhaal wil halen, niemand die oud zeer recht moet zetten, om maar een paar hindernissen te noemen die een zuivere ontvangst en een zuivere uitzending kunnen verstoren. 

Natuurlijk valt er meer te overbruggen naarmate de afstand in tijd en/of plaats groter is, en de cultuur meer van de onze verschilt. Ja, ik krijg vaak de vraag of het niet moeilijk is om te vertalen uit een taal en een cultuur die zo anders is dan de onze. Ja, dat is soms lastig. Maar om maar even bij Proust en zijn beroemde madeleine te blijven: je hoeft niet te weten hoe een madeleine ruikt om te snappen wat Proust ervoer bij het ruiken van een madeleine.

Wat ons bij de inmiddels heel actuele vraag brengt of je van kleur moet zijn om werk van een gekleurde auteur te kunnen vertalen. Of vrouw moet zijn om werk van een vrouw te kunnen vertalen. Mogelijke vervolgvragen: moet een vertaler alcoholist zijn om werk van een alcoholistische auteur te kunnen vertalen? Moet een vertaler even oud zijn als zijn auteur om hem recht te kunnen doen? En zo kunnen we nog even doorgaan. Tot er niemand is die iets van iemand anders kan/mag vertalen.

Maar het gaat bij een vertaling natuurlijk niet om de onderscheidende kenmerken van de auteur. En ook niet om de vraag of de vertaler die kenmerken ook heeft. Het gaat om de tekst. Als die tekst zeggingskracht heeft, kan een vertaler daarmee uit de voeten. Zoals elk mens iets specifieks heeft, maar ook iets universeels, zo geldt dat ook voor een tekst.

De teksten van Murakami illustreren dat weer op een geheel eigen wijze. Die sturen namelijk met regelmaat helemaal weg bij de wereld zoals we die kennen. In de nieuwe verhalenbundel ‘Eerste persoon enkelvoud’ vinden we een prachtig voorbeeld in Bekentenissen van de Shinagawa-aap. Daar komt een sprekende aap in voor die werkt in een kuuroord. Moeten we nu op zoek naar een vertaler die ook wel eens haar of zijn rug heeft laten inzepen door een sprekende aap? Deze aap blijkt in staat om namen te stelen. Nee, ik heb daar geen enkele ervaring mee, ik weet niet hoe de aap dat doet (dat weet Murakami waarschijnlijk ook niet…), maar ik voel me volstrekt toegerust om dit verhaal te vertalen. Dat komt niet doordat ík zo goed ben, maar omdat de tekst van Murakami zo goed is. Zolang ik volg wat hij me geeft, komt het goed. Het is vervolgens aan elke lezer om daar haar of zijn eigen wereld bij op te trekken. En te besluiten daarin mee te gaan. Of niet.

Ik vind het een fantastische taak om de werelden die Murakami schept te ontsluiten. Van de ene mens, voor de andere mens.