Behalve een pleonasme-antenne staat er tijdens het vertalen ook een radar aan om onbedoelde (bij)betekenissen te detecteren. Oftewel: is de tekst misverstand-proof?
Een voorbeeld: ‘Ik maakte alleen een ontbijt klaar.’  ‘Alleen’ staat hier dubbelzinnig te wezen, terwijl het in de brontekst zonneklaar is wat er bedoeld wordt. Dus ‘alleen’ wordt ‘in mijn eentje’.
Naarmate je een tekst vaker leest, en vooral als het je eigen tekst is, wordt de kans op blinde vlekken, op ‘eroverheenlezen’, steeds groter. Ik weet namelijk wel wat er bedoeld wordt.
Dus als ik het manuscript voor de derde of de vierde keer doorneem, stel ik de misverstand-proof-radar een tandje strakker af. Kan het echt niet verkeerd worden gelezen?
Het gevolg is dat geen zin meer veilig is. Alles gaat raar klinken.
Ik lees: ‘Ze legde haar hand op tafel.’ En ik vind het raar. Ik zie een losse hand op tafel liggen. Moet ik het veranderen? Na een ommetje sur place blijft het natuurlijk staan.
De onnozelste zinnetjes blijven het hardnekkigst haken:
‘Ze dronk haar glas water half leeg.’ (ja, tuurlijk, wie drinkt zijn glas vol? nieuwe poging:)
‘Ze dronk de helft van haar glas water op.’ (en wie dronk de andere helft op? nieuwe poging:)’
‘Ze dronk haar glas water voor de helft op.’ (welke helft? de onderste zeker?)
Het is helemaal duidelijk wat er wordt bedoeld. Maar waarom klinkt het steeds zo vreemd?
Is dit een symptoom van vergevorderde vertalerswaanzin? Slaat de radar nu terecht uit of niet?
‘Ze dronk haar glas water half op.’ Hier blijft het minste bij haken. Deze blijft.