Als je toch bij het tuincentrum staat, let dan ook eens op andere zaken dan kleur. Bijvoorbeeld geur. Of eetbaarheid. Er zijn gelukkig een heleboel planten die zowel mooi als lekker zijn. Een de aanvoerders van dit rijtje is rozemarijn. Het is een plant met niets dan deugden: ze blijft het hele jaar groen, ze ruikt heerlijk, je kunt rozemarijn bij je aardappels-uit-de-oven doen, er thee van zetten, bouillon van trekken, er koekjes van bakken. En niet te vergeten: de rozemarijnblaadjes zijn geweldig als oortjes op een boterlammetje.
Ook niet onbelangrijk: rozemarijn is makkelijk. Zijn roots liggen in de buurt van de Middellandse zee en dat betekent dat hij gewend is aan droge omstandigheden. Hij stelt het zeer op prijs als je het nooit water geeft. Dat overleeft rozemarijn moeiteloos. Sterker nog, dat vindt-ie fijn. Zet hem op een zonnig, goed gedraineerd plekje. Plant er meteen een paar andere mediterrane vrienden bij, zoals lavendel.
Oogst er van in een tempo dat de plant aan kan. Dat vergt een beetje inlevingsvermogen in de plant. Dus: als je hem net hebt aangeschaft en in je tuin hebt gezet, dan heeft hij energie nodig om zich te vestigen op zijn nieuwe stek. Dus wees dan niet te inhalig en pluk alleen af en toe een topje. Als je plant eenmaal aan de groei is, dan krijg je vanzelf een beeld hoeveel oogst je plant ongeveer zal verdragen.
Met een beetje geluk kun je tegen de zomer hele takjes afknippen, daar de blaadjes van afrissen voor over je aardappeltjes en de steeltjes kun je dan benutten als spies om paprika’s en champignons aan te rijgen voor op je barbecue.
Rozemarijn is ook goed in te zetten om zijn kwaliteiten als botanica, bijvoorbeeld in azijn, olie of drank.
En tegen kerst heb je geurige groene takjes voor je kerststukjes.
[meer info over rozemarijn vind je op p. 105 van Het grote moestuinierboek]
Reactie, vragen en suggesties zijn welkom op elbrich@elbrichfennema.nl