Als vertaler kun je nooit recht doen aan alles connotaties/associaties/suggesties die in het origineel zitten. De uitdaging is om een zo hoog mogelijk percentage te scoren in het uitdrukken van wat de schrijver bedoelt.
Dus over het algemeen opereer je bijna altijd in de min. Het is al mooi als je ergens tussen de negentig en de honderd procent komt. Er raakt altijd iets ‘lost in translation’. Hoger dan honderd is onmogelijk. Op het moment dat ik denk dat mijn vertaling beter/mooier/rijker is dan het origineel, moet ik me eigenlijk achter mijn oren gaan krabben. Als de vertaling meer dan 100 procent overlapt, overlapt hij namelijk niet meer. (Het is bij vlagen trouwens best lastig om de vertaling niet ‘beter’ te maken dan het origineel. Om niet de pen van de redacteur te pakken.)
Maar een enkele keer komt het voor dat je een kadootje krijgt. Vaak eindigen zulke kadootjes weer op de snijtafel. Dan gaat er in het Nederlands iets meetrillen dat niet in het origineel zit.
In De moord op Commendatore is één zo’n kadootje ongeschonden door alle correctierondes heengekomen. En het is zo perfect onopvallend, dat ik hier mijn vertalersgelukje ga uitspellen:

‘Ik kon me er niets bij voorstellen dat we na de ontbinding van ons huwelijk een relatie als vrienden zouden hebben. Gedurende de zes jaar dat we getrouwd waren hebben we zoveel met elkaar gedeeld. Zoveel tijd, zoveel emoties, zoveel woorden en zoveel stiltes, zoveel twijfels en zoveel oordelen, zoveel afspraken en zoveel berusting, zoveel genot en zoveel verveling.’

Ja, dat vond ik nu serieus leuk dat het laatste woord ‘verveling’ was, na de elfde ‘zoveel’. Wat een geluk dat dat nu net het allerlaatste woord was. Ik hoefde er niets voor te doen. Het is ondenkbaar dat Murakami het zo heeft uitgemikt dat zijn opsomming in de Nederlandse vertaling deze uitsmijter krijgt. Ik heb er niets aan hoeven doen, het stond er zo, in deze volgorde, in het Japans. En de verveling was de kers op de taart.